Elektrofysiologisch onderzoek

Wat houdt een elektrofysiologisch onderzoek in?

Via geprogrammeerde stimulatie proberen we hartritmestoornissen uit te lokken. Als er een ritmestoornis ontstaat, meten we nauwkeurig op in welke delen van het hart ze ontstaat en welk traject gevolgd wordt doorheen het hart.

Dankzij een elektrofysiologisch onderzoek of EFO kunnen we vaststellen of u makkelijker vatbaar bent om hartkloppingen te ontwikkelen. Op basis van de resultaten van het onderzoek wordt ook de meest geschikte behandeling bepaald. Het onderzoek gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving en is quasi pijnloos.

Welke voorbereidingen zijn nodig voorafgaand op het onderzoek?

  • Voorafgaand op het onderzoek is een bloedafname. Dit kan via uw huisarts, na de raadpleging in het ziekenhuis of tijdens uw opname.

  • We zullen u ook uitgebreid bevragen over uw thuismedicatie. Sommige geneesmiddelen dient u 3 dagen voor het onderzoek te stoppen aangezien deze de onderzoeksresultaten kunnen beïnvloeden.

  • Het onderzoek gebeurt nuchter. Tot 6 uur voor het onderzoek mag u nog eten. Vindt uw ingreep plaats in de voormiddag, komt u nuchter naar het ziekenhuis. Is de ingreep in de namiddag ingepland, kunt u bij ons een licht ontbijt nemen. 

Hoe verloopt een elektrofysiologisch onderzoek?

Een EFO gebeurt steeds in een hartkatheterisatielaboratorium of kortweg cathlab en wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde arts.

  • Het onderzoek gebeurt onder lokale verdoving. U krijgt een extra pijnstiller en een licht slaapmiddel toegediend via een infuus.

  • De EFO voeren we meestal uit via de rechterlies. Deze wordt gedesinfecteerd en afgedekt met steriele lakens. Hierna krijgt u een prikje in de lies, waardoor deze tijdelijk verdoofd is.

  • Daarna prikt de arts de bloedvaten in de lies aan en brengt 3 buisjes of sheaths in, waarlangs de katheters het lichaam binnen kunnen. Omdat bloedvaten geen zenuwen bevatten, is dit onderzoek quasi pijnloos.

  • Eenmaal de katheters ter plaatse zijn, probeert de arts ritmestoornissen op te wekken door het hart elektrisch te stimuleren.

Wat gebeurt er na het onderzoek?

De cardioloog zal u meteen na het onderzoek meedelen of er al dan niet een ritmestoornis is vastgesteld en er wordt besproken of er een extra behandeling nodig is.

Als een extra behandeling nodig is, kan dit onder de vorm van medicatie, maar er kan ook beslist worden om over te gaan tot een ablatie of het plaatsen van een pacemaker of inwendige defibrillator.