Ablatie voorkamerfibrillatie
Wat houdt een ablatie in?
Ablatie is een behandeling die wordt toegepast bij het te snel (meer dan 300 keer per minuut) samentrekken van de voorkamer van het hart. De hartritmestoornis wordt als het ware weggebrand via een radiofrequentiestroom (RF). Een andere techniek is cryo-ablatie, waarbij het stukje hartweefsel dat de stoornis veroorzaakt, wordt bevroren. Beide methodes schakelen de hartritmestoornis als het ware uit.
Welke voorbereidingen zijn nodig voorafgaand op het onderzoek?
- Meestal gebeurt een ablatie aansluitend op een elektrofysiologisch onderzoek, maar het kan ook op een later tijdstip worden uitgevoerd.
- Het is noodzakelijk om 1 maand voor de ingreep bloedverdunners te nemen. Neemt u al bloedverdunners, meld dit dan zeker aan de behandelende arts.
- Voorafgaand op de ablatie zal een CT- of MRI-scan genomen worden om een duidelijk beeld te krijgen van het hart en de longaders. Ook een echocardiografie behoort tot de voorbereidingen om zo de grootte van de voorkamers en eventuele afwijkingen in kaart te brengen.
- Het onderzoek gebeurt nuchter. Tot 6 uur voor het onderzoek mag u nog eten.
Vindt uw ingreep plaats in de voormiddag, komt u nuchter naar het ziekenhuis. Is de ingreep in de namiddag ingepland, kunt u nog een licht ontbijt nemen.
Hoe verloopt een ablatie?
Een ablatie gebeurt steeds in een hartkatheterisatielaboratorium of kortweg cathlab en wordt uitgevoerd door een gespecialiseerde arts.
- De ingreep gebeurt onder volledige verdoving. Eerst plaatsen we een katheter in de slagader van uw pols om de bloeddruk op te volgen. De arts zal daarna onder extra lokale verdoving nog een drietal buisjes in de rechterlies plaatsen.
- Vervolgens plaatst de cardioloog de katheters op bepaalde plaatsen in uw hart en maakt de arts een doorgang van het rechter- naar het linkerdeel van uw hart. Deze doorgang groeit vanzelf terug dicht na de ingreep.
- De arts spoort het weefsel dat verantwoordelijk is voor de stoornissen op en brandt dit weg of bevriest het.
Wat gebeurt er na het onderzoek?
- De 1ste nacht na de ingreep dient u in het ziekenhuis te overnachten.
- Na de ingreep zal de arts u informeren of u al dan niet de eerste drie maanden nog bloedverdunners dient te nemen.
- Medicatie tegen hartritmestoornissen dient u de eerste drie maanden na de ingreep nog te nemen. Als u na 3 maand geen hartritmestoornissen meer hebt, kan de arts beslissen de medicatie af te bouwen.